paardenstront
- paar·den·stront
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paardenstront | |
verkleinwoord |
de paardenstront m
- ontlasting van een paard
- ▸ Nu de rijtoer van de koetsen is geweest, kan het opruimen langs de route beginnen. Gemeentewerkers ruimden meteen na het passeren van de stoet de paardenstront op; dat laten paarden nou eenmaal achter. Jeroen Wollaars legde het vast.[2]
- Het woord paardenstront staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Prinsjesdag van minuut tot minuut” (Dinsdag 20 september 2011, 16:15), NOS