paardengetrappel
- paar·den·ge·trap·pel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paardengetrappel | |
verkleinwoord |
het paardengetrappel o
- het geluid dat paardenhoeven maken op de ondergrond
- ▸ Hij hoorde Oblonski's voetstappen en hield ze voor paardengetrappel in de verte.[2]
- Het woord paardengetrappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.