Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paar·den·bief·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paardenbiefstuk paardenbiefstukken
verkleinwoord paardenbiefstukje paardenbiefstukjes

Zelfstandig naamwoord

de paardenbiefstukm

  1. (voeding) een lap paardenvlees van de bovenbil
    • eetcafé dat al sinds de jaren veertig beroemd is om zijn biefstuk, schotelt zijn onwetende klanten al jaren paardenbiefstuk voor 

Gangbaarheid