Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paal·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen paalvormig paalvormiger paalvormigst
verbogen paalvormige paalvormigere paalvormigste
partitief paalvormigs paalvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

paalvormig

  1. vorm van een paal hebbend
    • De naam Stavenisse kan betrekking hebben op de vorm van de landtong, die wellicht staf- of paalvormig is geweest. 

Gangbaarheid