overvaren
- Geluid: overváren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈvarə(n) / (4 lettergrepen)
- Geluid: óverwaren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌvarə(n) / (4 lettergrepen)
- over·va·ren
- samenstelling van over bw en varen ww
- overváren [2]: vervoeging van overvaren: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvaren |
overvoer |
overvaren |
klasse 6 | volledig |
overváren
- overgankelijk varend onder de voet lopen
- Het vlot met drenkelingen werd over overvaren door een mammoettanker.
- voltooid deelwoord van overvaren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvaren |
voer over |
overgevaren |
klasse 6 | volledig |
óvervaren
- ergatief varend zich naar de overzijde begeven
- Ze waren de Atlantische Oceaan overgevaren.
- inergatief naar de overzijde varen
- Vroeger werd er bij Kruiningen en Perkpolder overgevaren.
- overgankelijk iemand varend naar de overzijde brengen
- De schipper besloot ondanks het gevaar de verzetsmensen over te varen.
- Het woord overvaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overvaren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be