• over·leef·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen overleefbaar overleefbaarder overleefbaarst
verbogen overleefbare overleefbaardere overleefbaarste
partitief overleefbaars overleefbaarders -

overleefbaar

  1. van iets dat je er niet noodzakelijk aan dood gaat
    • Om mensen bang te maken geeft het National Weather Service nu een nieuw soort waarschuwing: Deze tornado is niet overleefbaar, als u niet in een schuilkekder zit gaat u zeker sterven.