overbezorgd
- Geluid: overbezorgd (hulp, bestand)
- over·be·zorgd
- samenstelling van over en bezorgd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overbezorgd | overbezorgder | overbezorgdst |
verbogen | overbezorgde | overbezorgdere | overbezorgdste |
partitief | overbezorgds | overbezorgders | - |
overbezorgd [1]
- al te bezorgd, zodat zowel degene die zich zorgen maakt als degene waarover de zorgen gemaakt worden, er last van hebben
- De overbezorgde moeder liet haar kinderen niets ondernemen zodat het ongezonde bleekneusje werden en ze zelf kalmeringstabletten nodig had.
- De overbezorgde Ned doet er al zijn hele leven alles aan om zijn dochter Stephanie te beschermen tegen foute mannen. [2]
- Het woord overbezorgd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overbezorgd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC André Waardenburg 20 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be