oud-predikant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oud-pre·di·kant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn "voormalig" en predikant zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-predikant | oud-predikanten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oud-predikant m
- voormalig predikant
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oud-predikant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.