oud-bevelhebber
- oud-be·vel·heb·ber
- samenstelling van oud bn "voormalig" en bevelhebber zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-bevelhebber | oud-bevelhebbers |
verkleinwoord |
de oud-bevelhebber m
- voormalig bevelhebber
- Het woord oud-bevelhebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.