Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud-be·ken·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-bekende oud-bekenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oud-bekendev / m

  1. iemand die je vroeger goed kende

Gangbaarheid