• be·ken·de
  • Afgeleid van bekend met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord bekende bekenden
verkleinwoord - -

de bekendev / m

  1. een persoon waarvan je weet wie het is
    • Ik heb het boek uitgeleend aan een bekende. 

bekende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bekend
  • Naar de bekende weg vragen
een vraag stellen terwijl je het antwoord eigenlijk al weet
vervoeging van
bekennen

bekende

  1. enkelvoud verleden tijd van bekennen
    • Ik bekende. 
    • Jij bekende. 
    • Hij, zij, het bekende. 
  2. verbogen vorm van bekend, voltooid deelwoord van bekennen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be