Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • os·teo·to·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord osteotomie osteotomieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

osteotomie

  1. (medisch) uitsnijden, doorzagen of doorbeitelen van een bot
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie