orgaantransplantatie

  • or·gaan·trans·plan·ta·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord orgaantransplantatie orgaantransplantaties
verkleinwoord

de orgaantransplantatiev

  1. (medisch) een orgaan van een (overleden) persoon overplanten in het lichaam van een ander persoon
     Het aantal mensen dat een orgaantransplantatie heeft ondergaan, is vorig jaar opnieuw gestegen. Vorig jaar kregen 1225 mensen een orgaan. Dat is 9 procent meer dan in 2011. De organen waren afkomstig van 251 overledenen en 488 levende donoren.[1]
     Het aantal mensen dat een orgaantransplantatie heeft gehad, is vorig jaar opnieuw gestegen, tot ruim 1200 mensen. Dat is 9 procent meer dan in 2011.[2]
     In een ziekenhuis in Madrid heeft een kleuter een vijfvoudige orgaantransplantatie ondergaan. De operatie duurde zes uur.[3]
  1.   Weblink bron “Meer transplantaties in 2012” (Donderdag 17 januari 2013, 13:38), NOS
  2.   Weblink bron “Aantal orgaantransplantaties toegenomen” (Donderdag 17 januari 2013, 15:09), NOS
  3.   Weblink bron “Kleuter krijgt vijf donororganen” (Donderdag 30 december 2010, 21:26), NOS