ordinarium
- Geluid: ordinarium (hulp, bestand)
- or·di·na·ri·um
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ordinarium | ordinaria ordinariums |
verkleinwoord | ordinariumpje | ordinariumpjes |
het ordinarium o
- (economie) gewoon beloop van inkomsten en uitgaven
- de vastliggende delen van een liturgie
2. de vastliggende delen van een liturgie
- Het woord 'ordinarium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.