Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·de·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ordeprobleem ordeproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ordeprobleemo

  1. moeilijkheden met het bewaren van de rust en de orde, met name in het onderwijs
    • Gelukkig kwam de juf met wie we een afspraak hadden er zelf al aan en ook zij vroeg ons even te wachten, want er was duidelijk een ordeprobleem in de klas waar we voor stonden te wachten.[1] 
    • Het alcoholverbod geldt in heel Nederland in alle treinen en in alle stations. De NS had de hulp ingeroepen van de gemeente Amsterdam, politie en justitie, nadat vorig jaar grote problemen ontstonden door mensen die zich niet gedroegen. Ze trokken onnodig aan de noodrem en liepen over het spoor, wat tot grote vertragingen en ordeproblemen leidde. Daarnaast werd er flink gekotst en geürineerd in treinen.[2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Het Parool CHRISTEL HARTKAMP 24 FEBRUARI 2018 'Orde in de klas is niet waar een les om gaat'
  2. Het Parool 21 APRIL 2011 Minder alcohol op Koninginnedag in Amsterdam