Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·wer·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opwerking opwerkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opwerkingv

  1. het winnen van bruikbare materialen uit gebruikte splijtstofstaven van een kerncentrale
    • Iran zou het uranium in zijn opwerkingsfabriek in Natanz niet langer tot 20 procent mogen verrijken, maar tot slechts 3,5 tot 5 procent. Het land zou ook alle verrijkingsactiviteiten in de ondergrondse faciliteit in Fordo moeten staken en die zelfs geheel moeten sluiten. [2] 
    • Op satellietbeelden van 22 januari zijn stoompluimen te zien en andere aanwijzingen voor het lozen van koelwater in winterse omstandigheden. Eerder was al geconstateerd dat er voorbereidingen werden getroffen door het weghalen van gebruikte splijtstofstaven ter opwerking. [3] 
  2. het verkrijgen van een zuiver chemisch product nadat de synthese is voltooid
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen