opsporingsapparaat
- op·spo·rings·ap·pa·raat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opsporingsapparaat | opsporingsapparaten |
verkleinwoord | opsporingsapparaatje | opsporingsapparaatjes |
het opsporingsapparaat o
- de organisatie die belast is met het zoeken en vinden van daders van misdaden
- Een aparte instantie optuigen voor dergelijke zaken, zoals voorzitter Pieter van Vollenhoven van Fonds Slachtofferhulp deze week opperde, daar voelt Grapperhaus niets voor. „Ik denk dat we een uitstekend justitieel opsporingsapparaat hebben.”[1]
- PVV-Kamerlid Markuszower: „Het is een schande dat het opsporingsapparaat kennelijk niet genoeg capaciteit heeft om dit aan te pakken. Hieruit blijkt het falen van de overheid. Elke keer zeggen we: ’wat erg’ en er gebeurt vervolgens niks. Het lijkt erop dat de politie vooral hardrijders weet te vinden, maar dat grote criminelen lachend buiten schot blijven.”[2]
- Het woord opsporingsapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.