opspatten
- op·spat·ten
- samenstelling van op en spatten
opspatten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opspatten |
spatte op |
opgespat |
zwak -t | volledig |
- door spatten omhoog gaan
- De Britse Mercedescoureur Lewis Hamilton laat het grind opspatten tijdens de tweede oefenronde.[2]
- Het zijn gruwelijke beelden zoals we die kennen uit oorlogen van andere landen. Op de eerste foto staan drie mannen in korte broek met hun rug naar een vuurpeloton. Ze hebben hun schouders hoog opgetrokken en hun knieën gebogen. Ze staan met hun gezicht naar een greppel. De camera heeft vastgelegd hoe het zand daarnaast opspat op de inslag van de schoten.[3]
- Het woord opspatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opspatten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 15 maart ANOUK EIGENRAAM2013
- ↑ NRC Emilie van Outeren 10 juli 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be