oprichtingsvergadering


  • op·rich·tings·ver·ga·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord oprichtingsvergadering oprichtingsvergaderingen
verkleinwoord

de oprichtingsvergaderingv [1]

  1. bijeenkomst waarin een organisatie of vereniging in het leven wordt geroepen
     In het eerste nummer stond ook een verslag van de oprichtingsvergadering in Utrecht van november 1940.[2]
     Op de oprichtingsvergadering van het Technisch Gilde in november 1940, een aangewezen podium om daar iets over te zeggen, was hij waarschijnlijk niet eens aanwezig.[2]
     Na het zogenoemde constituerend beraad - zeg maar de oprichtingsvergadering van een nieuw kabinet - was de boodschap duidelijk: de nieuwe ministersploeg heeft er vooral veel zin in om met elkaar het regeerakkoord uit te voeren.[3]
     Van der Vorst kreeg tijdens de oprichtingsvergadering 63 procent van de stemmen en hij won daarmee de verkiezing van de Amerikaanse kandidate Elise Seignolle. Hij is voor twee jaar gekozen.[4]



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Hans Schippers
    “Technici en de totalitaire verleiding” (2023), Walburgpers, ISBN 9789462499584
  3.   Weblink bron “Wat ligt er op het bord van het nieuwe kabinet?” (Zaterdag 8 januari 2022, 22:08), NOS
  4.   Weblink bron “Van der Vorst officieel benoemd tot voorzitter nieuwe boksbond World Boxing” (Zaterdag 25 november 2023, 19:36), NOS