opleving
- op·le·ving
- Naamwoord van handeling van opleven met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opleving | oplevingen |
verkleinwoord | oplevinkje | oplevinkjes |
de opleving v
- een periode van hernieuwde sterkte
- Er was duidelijk een opleving in de belangstelling te bespeuren.
- Het woord opleving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opleving" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be