opleuken
- op·leu·ken
- In de betekenis van ‘leuker maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1988 [1]
- samenstelling van op bw en leuken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opleuken |
leukte op |
opgeleukt |
zwak -t | volledig |
opleuken
- overgankelijk leuker, mooier maken
- Ik citeer hier de Lonely Planet en hoewel het proza van deze reisgids in staat zou zijn om zelfs de Gazastrook nog op te leuken (‘the locals are very passionate’) moet gezegd worden: die Malediven zien er verdomd mooi uit. [2]
- Je moet je cv toch iets opleuken.
- Het woord opleuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opleuken" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "opleuken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ HP de Tijd ARNOUT LE CLERCQ 25 JAN 2019 De Malediven verdwijnen, maar onze consumptiedrift niet
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be