• op·gooi
vervoeging van
opgooien

opgooi

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgooien
    • ... dat ik opgooi. 
enkelvoud meervoud
naamwoord opgooi opgooien
verkleinwoord - -

de opgooim

  1. worp omhoog, vaak een beginhandeling bij sport of spel
81 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be