operabiliteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ope·ra·bi·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | operabiliteit | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
operabiliteit
- het operabel zijn
- het correct kunnen handelen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'operabiliteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.