openstaand
- Geluid: openstaand (hulp, bestand)
- IPA: /ˈopə(n)ˌstant/
- open·staand
- openstaan met de uitgang -d
vervoeging van: | openstaan |
verbogen vorm: | openstaande |
openstaand
stellend | |
---|---|
onverbogen | openstaand |
verbogen | openstaande |
partitief | openstaands |
openstaand
- in een stand waardoor naar binnen gaan of kijken mogelijk is (van dingen die bedoeld zijn om naar binnen gaan of kijken te kunnen verhinderen)
- De inbreker klom door een openstaand raam het huis in.
- Onder zijn openstaand jasje droeg hij een ongestreken overhemd.
- niet gesloten
- Ze moesten wachten voor de openstaande brug.
- niet bezet
- Er zijn in ons bedrijf nog enkele openstaande vacatures.
- nog niet betaald (van een schuld)
- U moet nog een openstaand bedrag van 17 euro voldoen.
- Het woord openstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.