• op·eis·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opeisbaar opeisbaarder opeisbaarst
verbogen opeisbare opeisbaardere opeisbaarste
partitief opeisbaars opeisbaarders -

opeisbaar

  1. dwingend te kunnen vragen
    • Vervolgens verlaagden die kredietbeoordelaars de kredietwaardigheid van Enron. En omdat in de leningvoorwaarden stond dat die bij een verlaging van de kredietwaardigheid direct opeisbaar werden, moest Enron opeens ruim 60 miljard dollar aflossen. [1] 
96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]
  1. Camil Driessen NRC 28 mei 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be