op zoek naar
- Geluid: op zoek naar (hulp, bestand)
- IPA: / ɔpˈsuknar / (3 lettergrepen)
- op zoek naar
- vaste verbinding van op (voorzetsel), zoek (zelfstandig naamwoord) en naar (voorzetsel) [1]
op zoek naar
- in een toestand gericht bent op het vinden van
- Ik ben op zoek naar een baan.
- Ga op zoek naar werk!
- Ik blijf op zoek naar dat ene voetbalplaatje.
- Op zoek naar mijn schaatsen vond ik op zolder een stapel boeken uit mijn jeugd.
- ▸ Ik draaide me om en liep zo snel ik kon in tegengestelde richting weer de berg af op zoek naar beschutting en veiligheid.[2]
- ▸ In het verleden was de Amerikaanse STAR-detector altijd sneller in het vinden van recordbrekende antimateriedeeltjes. ‘Elke keer als ze [het LHC-team] ergens naar op zoek gingen, waren de onderzoekers van STAR ze voor’, zegt natuurkundige Horst Stöcker van het Frankfurt Institute for Advanced Studies in Duitsland. ‘Dit is de eerste keer dat het STAR-team iets nog niet heeft gezien, maar LHC-onderzoekers wel.’[3]
- Het woord 'op zoek naar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie. De vorm op zoek zijn wel.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron
Karmela Padavic Callaghan“LHC breekt record met detectie zwaarste antimaterie-atoom ooit” (23 april 2025), newscientist