op zoek naar
- Geluid: op zoek naar (hulp, bestand)
- IPA: / ɔpˈsuknar / (3 lettergrepen)
- op zoek naar
- vaste verbinding van op (voorzetsel), zoek (zelfstandig naamwoord) en naar (voorzetsel) [1]
op zoek naar
- in een toestand gericht bent op het vinden van
- Ik ben op zoek naar een baan.
- Ga op zoek naar werk!
- Ik blijf op zoek naar dat ene voetbalplaatje.
- Op zoek naar mijn schaatsen vond ik op zolder een stapel boeken uit mijn jeugd.
- ▸ Ik draaide me om en liep zo snel ik kon in tegengestelde richting weer de berg af op zoek naar beschutting en veiligheid.[2]
- Het woord 'op zoek naar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie. De vorm op zoek zijn wel.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers