oosterkim
- oos·ter·kim
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oosterkim | oosterkimmen |
verkleinwoord |
de oosterkim v
- de oostelijke horizon waar de zon opkomt
- ▸ Op uitnodiging van loge De Oosterkim verzorgt Huib Lazet woensdag 22 juni (aanvang 19.45 uur) een openbare lezing in het Koetshuis aan de Marktstraat over de vrijmetselarij. In woord en beeld vertelt hij meer over de geschiedenis van de vrijmetselaars.[2]
- ▸ Als morgenster fonkelt hij in alle vroegte aan de oosterkim, met de kleurschakering van de regenboog. Als een heraut die het sterven van de nacht aankondigt. Een troubadour die de doorbraak van de dag bezingt. De intocht van het licht![3]
- Het woord 'oosterkim' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oosterkim" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Lezing over vrijmetselaars in Oldenzaal” (18-06-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron dr. A. de Reuver“„Ons horloge loopt voor, Gods genadetijd loopt secuur gelijk”” (23-12-2010), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be