oorlogen
- oor·lo·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oorlogen |
oorloogde |
geoorloogd |
zwak -d | volledig |
oorlogen [1]
- oorlog voeren, strijden
de oorlogen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord oorlog
- ▸ Helaas hebben deze semantische discussies door de eeuwen tot veel verdriet en verschrikkelijke oorlogen geleid.[2]
- Het woord oorlogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oorlogen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be