• oog·ope·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord oogopener oogopeners
verkleinwoord

de oogopenerm

  1. iets waardoor je ineens een nieuwe waarheid herkent
    • Gaziantep, een handelsstad aan de oude Zijderoute bij de grens met Syrië, had al industrie. Maar Sanliurfa, volgens de overlevering de geboorteplaats van Ibrahim (Abraham), moest het in 1991 nog zonder riolering doen. De kerken stonden er precies zo bij als toen zij begin jaren twintig waren verwoest. Dat was een oogopener. [2] 
    • Hij bezocht er een penitentiaire inrichting die voor een belangrijk deel wordt gerund door de bewoners. „Ik zag de vruchten van eigen verantwoordelijkheid en contact met de samenleving. De cellen waren schoner, de sfeer was er beter en de terugval na ontslag beduidend lager. Dat was voor mij een oogopener. Ik ben geen tegenstander van gevangenisstraf, maar het is niet goed als een systeem de eigen verantwoordelijkheid van mensen minimaliseert.” [3] 
    • Opvallend is dat bij deze mensen vervolgens alle klachten verdwenen, afgezien van de hallucinaties. Die beschouwen ze nu als communicatiekanaal voor het contact met de voorouders. Wat hen eerst belastte, is omgevormd tot iets positiefs. Dankzij de psychosen kregen ze een hogere sociale status. Dat was voor ons een oogopener. Mensen die stemmen horen, verklaren wij onmiddellijk ziek. Daar knap je psychisch niet van op. [4] 
70 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]
  1. oogopener op website: Etymologiebank.nl
  2. de Volkskrant Dirk-Jan Van Baar en historicus7 november 2014 Zonder Turkije gaat het niet in Syrië en Irak
  3. Reformatorisch Dagblad 02-02-2017 Goed voorbereid de bajes uit
  4. Reformatorisch Dagblad Huib de Vries 01-12-2018 Wim Veling: hoogleraar in een waanwereld
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be