onvervulbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ver·vul·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van vervulbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onvervulbaar | onvervulbaarder | onvervulbaarst |
verbogen | onvervulbare | onvervulbaardere | onvervulbaarste |
partitief | onvervulbaars | onvervulbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onvervulbaar [1]
- niet vervulbaar
- poëzie vol van dromen en onvervulbare verlangens
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onvervulbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.