• ont·was·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontwassen
ontwies
ontwassen
klasse 7 volledig

ontwassen [1]

  1. door groeien ergens te groot voor worden
  2. door ontwikkelen voor iets niet meer geschikt zijn
  • De(n) kinderschoenen ontwassen zijn
boven iets verheven zijn, er niet aan gebonden zijn
63 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]