ontvangstcomité
- ont·vangst·co·mi·té
- samenstelling van ontvangst zn en comité zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontvangstcomité | ontvangstcomités |
verkleinwoord |
het ontvangstcomité o
- groep mensen die als taak heeft iets of iemand welkom te heten
- ▸ En toen zweeg hij, er rommelde iets in zijn mond, het zag er bijna pijnlijk uit, alsof er grind in zat, de woorden struikelden over zijn tanden als een iets te enthousiast ontvangstcomité.[1]
- ▸ Het ontvangstcomité op het vliegveld van Belgrado mocht er zijn, afgelopen donderdag: zowel de Servische premier als de Chinese ambassadeur in Belgrado stonden het toestel uit Peking op te wachten. Het betrof een feestelijk onthaal van de zestigste en voorlopig laatste corona-hulpvlucht uit China.[2]
- Het woord ontvangstcomité staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Hoe China vaccins (maar ook censuur) naar Servië brengt” (01-06-2021), NOS