• ont·to·gen
stellend
onverbogen onttogen
verbogen
partitief onttogens

onttogen

  1. uit iets tevoorschijn getrokken zijn
27 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be