ontsteker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·ste·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ontsteken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontsteker | ontstekers |
verkleinwoord | ontstekertje | ontstekertjes |
Zelfstandig naamwoord
de ontsteker m
- (techniek) een hulpmiddel om een op zichzelf stabiel explosief te laten ontploffen.
- Deze ontstekers kunnen elektrisch tot ontploffen gebracht worden.
Gangbaarheid
- Het woord ontsteker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontsteker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be