• ont·slip·pen

ontslippen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontslippen
ontslipte
ontslipt
zwak -t volledig
  1. per ongeluk, niet expres iets zeggen waar men later spijt van heeft
    • De Spaanse premier José Luis Rodríguez Zapatero is ongevraagd een internetster geworden nadat hij zich tijdens een nieuwsconferentie met de Russische president Dmitry Medvedev het F woord liet ontslippen. Althans, zo lijkt het. [1] 
  2. ongemerkt verliezen, ongemerkt voorbijgaan
    • en ons ontslippen de ieughdige jaren [2] 

en ons ontslippen de ieughdige jaren

80 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]
  1. De Telegraaf GABI OUWERKERK 16 nov. 2012 Spaanse premier internetster na F-woord
  2. (1966-1967)–Jan Jansz. Starter Friesche lusthof
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be