• ont·menst
  • vervoeging van ontmensen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ontmenst ontmenster (ontmenstst) *
verbogen ontmenste ontmenstere (ontmenstste) *
partitief ontmensts ontmensters -

ontmenst

  1. ontdaan van de menselijke waardigheid, ontdaan van medemenselijkheid
     Misdaad is veel eerder sociaal bepaald, berust op tekortkomingen, op nog altijd heersende onrechtvaardigheid of eenvoudig op een verkeerde behandeling. Naar deze maatstaven gemeten, handelde Robert Steinhäuser als een ”ontmenst” wezen.[2]
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest ontmenst(e)" worden gebruikt. [3] [4]
vervoeging van: ontmensen…
verbogen vorm: ontmenste

ontmenst

  1. voltooid deelwoord van ontmensen
65 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Het kwaad blijft onbesproken” (3 mei 2002), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  4.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be