Nederlands

 
Ontluchten van een remsysteem
Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·luch·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ontluchten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontluchten
ontluchtte
ontlucht
zwak -t volledig
  1. verwijderen van lucht uit een systeem dat met vloeistof is gevuld
    • Pieter is inmiddels gepokt en gemazeld: het kopen van een boot betekent niet alleen een oneindige klusjeslijst, maar ook dat je tijdens het opknappen elk plekje, hoekje en onderdeeltje leert kennen. En Pieter geniet daarvan. Iets moois maken met zijn handen, iets repareren: hij doet het gewoon – iets waar ik ontzag voor heb. De kachel werd ontlucht, experts kwamen meekijken en gereedschappen waar ik nog nooit van had gehoord passeerden de revue. Na drie dagen bibberen lukte het weer: warmte op de boot en een einde aan de waterkou[2] 
    • Diezelfde hoogteverschillen maakten dat vervolgens de leidingen eerst ontlucht moesten worden. ,,Het leidingnet is helemaal leeg getrokken, aldus de woordvoerder van WML. ,,Het duurde even voordat het water weer bij iedereen uit de kraan liep. De druk moest zich geleidelijk aan weer opbouwen.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf FEMKE HOVINGA 05 nov. 2016
  3. de Telegraaf 18 jun. 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be