• ont·gas·sen
  • Afgeleid van gas met het voorvoegsel ont-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontgassen
ontgaste
ontgast
zwak -t volledig

ontgassen

  1. overgankelijk door goede ventilatie een ruimte ontdoen van aanwezig gas
    • De container waarin giftig gas was aangetroffen werd spoedig ontgast. 
  2. overgankelijk (scheikunde) door blootstelling aan vacuüm, ultrasone trillingen of doorvoering van een spoelgas een vloeistof ontdoen van opgeloste gassen
    • Het polyol werd eerst in vacuüm ontgast van alle opgeloste zuurstof alsvorens er een polyurethaanschuim mee te blazen. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be