• on·spec·ta·cu·lair
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onspectaculair onspectaculairder onspectaculairst
verbogen onspectaculaire onspectaculairdere onspectaculairste
partitief onspectaculairs onspectaculairders -

onspectaculair

  1. niet al te opzienbarend
     Net zoals in Letters 2 dance heeft Gyselincks aanpak iets kubistisch – niet alleen in hoe ze het lichaam 360 graden bespeelt, maar ook ruimtelijk de choreografie alle richtingen en dimensies uit laat kantelen. Elke keer weer zet ze de grammatica van de danstaal op zijn kop. Verfrissend is ook haar voorliefde voor onspectaculaire bewegingen, van kinderspelletjes tot een rad en het achteloze beentje-in-de-lucht van Yvonne Rainer uit Trio A (1966).[1]
     Anders dan deze vedettes leefde Bakkers vader een doodgewoon leven, dat de auteur in herinnering brengt met anekdotes uit de familiegeschiedenis. Het oogt verraderlijk onspectaculair, maar schijnbaar over niets schrijvend vat Bakker de essentie van elk mensenleven samen. (hvde)[2]
  1.   Weblink bron
    Charlotte De Somviele
    “Zweven op de adem van de sax” (7 april 2023), De Standaard
  2.   Weblink bron “Alles van Jon Fosse al gelezen? De mooiste prijswinnaars en geheimtips” (2 december 2023), De Standaard