ongelijkbenig
- Geluid: ongelijkbenig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔŋɣəlɛɪkˈbenəx / (6 lettergrepen)
- on·ge·lijk·be·nig
- afgeleid van gelijkbenig met het voorvoegsel on-[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | ongelijkbenig |
verbogen | ongelijkbenige |
partitief | ongelijkbenigs |
ongelijkbenig
- (meetkunde) (van een driehoek) met drie zijden die elk een andere lengte hebben
- In de basisschool is de term ongelijkbenig in gebruik voor de traditioneel ‘ongelijkzijdige driehoek’. Strikt logisch beschouwd (negatie) is de term ongelijkbenig een betere keuze. [2]
- Het woord ongelijkbenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Leerplandoelstellingen op website: weebly.com; geraadpleegd 2019-12-07