Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·er·va·ren·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onervarenheid onervarenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onervarenheidv

  1. het nog niet veel ondervinding hebben
     Die oorzaken waren de volgende: het verraad van de Oostenrijkers, de slechte bevoorrading van het leger, het verraad van de Pool Przebyszewski en de Fransman Langeron, de onbekwaamheid van Koetoezov en (dat werd fluisterend gezegd) de jeugd en de onervarenheid van de tsaar, die op slechte en onbekwame lieden had vertrouwd.[2]
     Bij Red Bull Racing oogt de pikorde heel anders. Verstappen is onbetwist de eerste rijder. Van Alex Albon worden geen uitzonderlijke prestaties verwacht. Na zijn plotselinge promotie van satellietteam Toro Rosso naar het vlaggeschip Red Bull moet Albon vooral ervaring opdoen, leren en meeliften op het talent en de kennis van Verstappen. Ondanks zijn onervarenheid presteert Albon vooralsnog veel beter dan voorganger Pierre Gasly.[3]
  2. iets wat getuigt van weinig ondervinding hebben
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028251151
  3.   Weblink bron “Terwijl Verstappen goede kaarten heeft, begint gros Formule 1 aan tussenjaar” (02-07-2020), NOS