onderzoeksgroep
- on·der·zoeks·groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderzoeksgroep | onderzoeksgroepen |
verkleinwoord | onderzoeksgroepje | onderzoeksgroepjes |
- groep van mensen die samen een onderzoek uitvoert
- ▸ Bij de uitbarsting spuwde de vulkaan een aspluim van ongeveer 3,6 kilometer de lucht in, volgens onderzoeksgroep GNS Science. 'Dat is voor een vulkaanuitbarsting niet veel', aldus Ken Gledhill.[1]
- ▸ Te gevaarlijk om los te laten in de echte wereld. Zo beschreef onderzoeksgroep OpenAI begin dit jaar haar nieuwste algoritme. Het systeem kan vrijwel vanuit het niets complete teksten van a tot z aan elkaar verzinnen, in goed lopende zinnen. Ondanks het gevaar is het algoritme tóch uitgebracht.[2]
- Het woord onderzoeksgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Elyse van den Brink“‘Geen teken van leven meer’ na vulkaanuitbarsting Nieuw-Zeeland” (9 december 2019), Trouw
- ↑ Weblink bron “Onderzoeksgroep brengt ‘te gevaarlijk’ algoritme toch uit” (11-11-2019), Tubantia