• on·der·stre·ping
enkelvoud meervoud
naamwoord onderstreping onderstrepingen
verkleinwoord onderstrepinkje onderstrepinkjes

de onderstrepingv

  1. een lijn onder een woord of meerdere woorden om dat stuk tekst meer te laten opvallen
    • De ijverige student die geen verschil kon maken tussen hoofd- en bijzaken had alle zinnen in het boek voorzien van onderstrepingen. 
    • Het boek dat vol met onderstrepingen stond kon niet meer als tweedehands boek verkocht worden. 
  1. accentuering