• on·der·lij·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderlijnen
onderlijnde
onderlijnd
zwak -d volledig

onderlijnen

  1. overgankelijk een streep onder een woord of passage zetten
    • Hij had deze belangrijke zin onderlijnd in zijn boek. 
  1. onderstrepen

de onderlijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderlijn