Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·lijn·de

Werkwoord

vervoeging van
onderlijnen

onderlijnde

  1. enkelvoud verleden tijd van onderlijnen
    • Ik onderlijnde. 
    • Jij onderlijnde. 
    • Hij, zij, het onderlijnde. 
  2. verbogen vorm van onderlijnd, voltooid deelwoord van onderlijnen