Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·waakt
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbewaakt onbewaakter onbewaaktst
verbogen onbewaakte onbewaaktere onbewaaktste
partitief onbewaakts onbewaakters -

Bijvoeglijk naamwoord

onbewaakt [1]

  1. zonder toezicht
    • Staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu, PvdA) gaat 25 miljoen euro extra vrijmaken voor het beveiligen van onbewaakte spoorwegovergangen. Het geld zal worden besteed aan het opheffen van sommige overwegen of het plaatsen van spoorbomen of waarschuwingssignalen, zo meldt het ministerie zondagavond naar aanleiding van uitspraken van de staatssecretaris in het praatprogramma Politiek in de Pol in het Overijsselse Diepenheim. [2] 
    • Het boekje, met rauwe snapshot-achtige zwart-witfoto’s van haar samengestelde gezin, op onbewaakte ogenblikken gemaakt met de smartphone, laat zich bekijken als een intuïtieve zoektocht naar wat dat eigenlijk is; samen leven. Ze fotografeerde haar partner en hun kinderen, terwijl ze gekke bekken trekken, badderen en eten, spelen en strelen. Dicht op de huid registreert ze hoe alles op een licht chaotische manier door elkaar loopt, hoe iedereen bijna letterlijk de ruimte aftast door armen en benen te strekken en zo een plek lijkt te zoeken binnen een groter geheel. [3] 
Typische woordcombinaties
  • een onbewaakt ogenblik
een moment waarin men niet waakzaam was
  • een onbewaakte spoorwegovergang
een spoorwegovergang zonder waarschuwingsmiddelen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Jorg Leijten 8 januari 2017
  3. NRC Rianne van Dijck 7 december 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be