onbetaalbaar
- on·be·taal·baar
- Afgeleid van betaalbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbetaalbaar | onbetaalbaarder | onbetaalbaarst |
verbogen | onbetaalbare | onbetaalbaardere | onbetaalbaarste |
partitief | onbetaalbaars | onbetaalbaarders | - |
onbetaalbaar
- te duur
- Het hebben van een oldtimer wordt onbetaalbaar.
- uniek, niet te vervangen, niet in geld uit te drukken
- Deze omgeving is van een onbetaalbare schoonheid.
- [2] onschatbaar
- Het woord onbetaalbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbetaalbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be