Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·heerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbeheerd onbeheerder onbeheerdst
verbogen onbeheerde onbeheerdere onbeheerdste
partitief onbeheerds onbeheerders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbeheerd [1]

  1. van personen dat ze geen leiding ontvangen
  2. van goederen dat er geen toezicht over is of dat er geen eigenaar van bekend is
    • De diamantroof op Schiphol in februari 2005 was destijds één van de grootste roofovervallen uit de Nederlandse geschiedenis. Bij de gewapende overval maakten de daders voor ongeveer 75 miljoen euro aan juwelen en diamanten buit. Direct na de diefstal werd een deel van de buit teruggevonden in een vluchtauto. De rest van de gestolen diamanten, ter waarde van 43 miljoen euro, wordt nog steeds vermist. Vlak na de roof werd duidelijk dat de dader konden wegrijden met een onbeheerde bestelauto van de technische dienst van KLM omdat KLM-werknemers vaak op het platform hun autosleutels in het contact van de auto lieten zitten. Hierdoor konden de daders een uur na de roof in de gestolen KLM-auto naar een waardetransportauto rijden die diamanten en andere sieraden naar een klaarstaand vliegtuig bracht.[2] 
    • De expositie trok duizenden belangstellenden. Volgens de politie ging het grotendeels om werk van Negentiende-eeuwse zondagsschilders. De politie was op de tentoonstelling attent gemaakt door omwonenden van de expositieruimte, in het p-laatselijk stadhuis. Zij waren achterdochtig geworden door het feit dat de 'Van Goghs' achteloos uit een vrachtwagen werden geladen, waarbij de vrachtrijders hun wagen af en toe onbeheerd en open achterlieten. Sommige doeken van Van Gogh zijn de afgelopen jaren op internationale veilingen voor vele miljoenen van de hand gegaan. De organisatoren van de tentoonstelling blijven overigens zeggen dat de doeken echt van Van Gogh zijn. Overigens toonde ook het prestigieuze Musée d'Orsay in Parijs vorig jaar een zestal tekeningen van Van Gogh, kort tevoren 'ontdekt' in een antiekwinkel in Arles, waarvan later bleek dat ze vasl waren. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Belia Heilbron 21 januari 2017
  3. NRC 29 juli 1996
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be