• om·zet·vo·lu·me
enkelvoud meervoud
naamwoord omzetvolume omzetvolumes
omzetvolumen
verkleinwoord

het omzetvolumeo

  1. de waarde van de hoeveelheid verkochte goederen en producten
     Omdat de prijzen stegen, was de daling van het omzetvolume nog groter: 7,4 procent. Een dergelijk grote krimp had zich niet voorgedaan sinds 1993, toen het CBS begon met het bijhouden van de cijfers in de bedrijfstak.[1]


  1.   Weblink bron “Omzet horeca verder gedaald” (Donderdag 25 februari 2010, 11:50), NOS