omstulpen
- om·stul·pen
- samenstelling van om bw en stulpen ww
omstulpen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omstulpen |
stulpte om |
omgestulpt |
zwak -t | volledig |
- een hol voorwerp met de open kant om iets heen zetten; iets met een stop bedekken
- binnenstebuiten keren
- een kopje omkeren, omdraaien als teken dat men niet meer drank hoeft
- Het woord omstulpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omstulpen" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be